Al wekenlang gaat het in de media bijna nergens anders meer over dan over de covid-19-pandemie. Hoe een micro-organisme, in de biologieles omschreven als ‘een eiwit dat zichzelf vermenigvuldigt’, de wereld op haar kop zet. Het nodige van wat er allemaal gezegd wordt bewijst alsnog en stilzwijgend de laatste stelling in Wittgensteins Tractatus logico-philosophicus: ‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber soll man schweigen.’ Ik ben bevoegd noch bekwaam dat allemaal aan te wijzen of recht te zetten, maar wil toch een klein verlaat paaseitje kwijt over de Nederlandse corona-app die in snelkooktempo wordt klaargestoomd.
In de Süddeutsche Zeitung schreef Heribert Prentl, Prof.Dr. usw., een glasheldere analyse van wat regeringen rond de aardbol eigenlijk aan het doen zijn met zulke apps waarmee burgers tot in detail gevolgd kunnen worden. Omdat iedereen bang is voor het virus, lijken ineens alle regels van privacy en zorgvuldigheid op losse schroeven te kunnen staan. Uiteraard roepen Europese overheden om het hardst, dat het allemaal ‘privacy-veilig’, ’tijdelijk’ en vooral ‘vrijwillig’ zal zijn. Maar Prentl stelt precies de hamvraag: ‘Hoe vrijwillig is vrijwilligheid als die uit angst geboren wordt?’ Want ‘de sociale druk … in de kring van vrienden en collega’s zal agressief zijn.’
Vlak voor Pasen konden bedrijven voorstellen insturen voor zo’n Nederlandse corona-app. Er kwam een klein stortvloedje los van ruim 750 inzendingen. In de luttele dagen van het weekend na Pasen moest daarvan dan een handvol getest worden. Maar haastige spoed is zelden goed, zoals experts al meteen hadden gewaarschuwd, want geen van de apps overleefde het testweekend.
Ik zou willen hopen dat het daar dan bij blijft, maar ik vrees dat het gewoon wordt doorgedrukt. De drang om hier zichtbaar te scoren met iets technologisch is zowel bij de overheid als bij al die bedrijven gewoon te groot om het er nu bij te laten.
Er zijn wat mij betreft twee redenenen waarom zo’n app er niet moet komen.
De belangrijkste is gewoon een technische. Wat je ook bedenkt, je kunt het overdragen van een virus nooit afdoende vangen in de abstracties van data-analyse. Er blijven altijd te veel onzekere of onbekende factoren over, zodat de data altijd vervuild zullen zijn en foutloosheid absoluut onmogelijk is. Eerder omgekeerd. Wat meet je dan eigenlijk? En dat bovendien met alle kwalijke gevolgen voor wie het treft als ongevraagd en onjuist medisch oordeel: onnodige isolatie, problemen met werk en inkomen, overbodige angst, enzovoort. Ook is het ondenkbaar dat je minstens 80% van de bevolking zover krijgt om zo’n app te installeren en te gebruiken. Juist in de grootste risicogroep, de 75-plussers, heeft de helft niet eens een smartphone. Maxim Frebruari legt het helder uit.
Maar net zo belangrijk is de kant van de privacy. Onder het mom van ‘nood breekt wet’ lijkt ineens alles te mogen. ‘Voor het algemeen belang’ moet iedereen bereid zijn privacy in te leveren. En dat de overheid zegt dat het allemaal ‘echt tijdelijk’ zal zijn, wekt weinig vertrouwen, omdat diezelfde overheid de ’tijdelijk’ uitgebreide bevoegdheden van inlichtingdiensten na 09/11 nog nooit heeft teruggdraaid, maar juist verder uitgebreid. Zeer terecht tekenen burgerrechtenorganisaties bezwaar aan. Lichtpunt is wel dat in Nederland nog steeds de noodtoestand niet geldt, waarmee grondrechten tijdelijk opgeschort kunnen worden. Maar de balans bewaren tussen redelijkerwijs overtuigend gezag en machtsmisbruik blijft precair.
Wie even in de Nederlandse Grondwet kijkt, ziet meteen welke van onze grondrechten hier zonder meer of mogelijkerwijs in het geding zijn. Dat levert een onthutsend lijstje op: de vrijheid van godsdienst (Art. 6), de vrijheid van vereniging (Art. 8), de vrijheid van vergadering (Art. 9), de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (Art. 10), de onaantastbaarheid van het lichaam (Art. 11), het huisrecht (Art. 12), het recht op werk (Art. 19) en de bestaanszekerheid (Art. 20). Zo ongeveer alles waardoor wij kunnen zeggen in vrijheid te leven. De politicus die dat terzijde schuift met een ‘we moeten allemaal even wat privacy inleveren’, heeft zelfs het eerste basislesje staatsrecht aantoonbaar gemist.
Er zijn dus meer dan genoeg redenen om je zorgen te maken over zo’n corona-app, want die raakt potentieel aan Art. 6, 8, 9 en 10. En hele goede redenen om die nooit te installeren. Toch een grappig detail: dezelfde overheid die nu vanwege zo’n app in feite wil dat iedereen altijd de bluetooth ingeschakeld heeft, adviseert haar burgers officieel om buitenshuis veiligheidshalve wifi en bluetooth juist uit te schakelen.
Kortom, die corona-app is een serieuze zaak. Dat meen ik echt. Maar soms is je beste verweer om erom te lachen. Daarom sluit ik af met twee tips.
Op ‘maandag 21 april’ – kijk even op de kalender – kunnen alle fans van Pé & Rinus de speciale Gezina-app installeren, zodat ze elkaar ongevraagd en ongezien altijd kunnen volgen. Pé: ‘Naam, telefoonnummer, Facebookprofiel, Instagram-account: alles wordt meteen zichtbaar op je smartphoneschermpje, zodat je niet te dichtbij hoeft te komen om al die gegevens uit te wisselen met elkaar.’
En Loesje krijgt het laatste woord.
Gratis toegift: zo voorkom je dat Google je überhaupt volgt.
Aanvulling (dd.21-04-2020): Inmiddels verdwijnt de app in bijna heel Europa uit beeld, voornamelijk met privacy en security als argumenten. Dat is een goede zaak, maar… Of de privacy nu meeweegt vanwege de te verwachten tegenwerking van burgers, of dat overheden het zelf echt belangrijk vinden, blijft een open vraag. En wat ik in alle argumenten ernstig mis, is het punt van de technische bezwaren. Het lijkt erop dat men het geloof in data-analyse koste wat kost wil vasthouden.