Kerst is sinds mensenheugenis het feest van vrede op aarde. En dat zorgt ieder jaar voor zowel hoopvol optimisme als ernstig cynisme. En natuurlijk humor daartussenin. Het cynisme vinden we uiteraard bij hen voor wie de wereld vanzelfsprekend en onontkoombaar een strijdtoneel is. Men verhult het dan graag als ‘realisme’. Het optimisme wordt met een haast gelijke vanzelfsprekendheid en onontkoombaarheid verspreid door zij die weigeren te geloven dat strijd een natuurlijk fenomeen is. En ook deze Kerst waren beide zijden weer present.
Ex-premier Mark Rutte waarschuwt ons allen dat ‘it is time to shift to a wartime mindset‘. (Waarom geven ze zo’n man nooit eens een fatsoenlijke training in Engelse uitspraak?). Ter andere zijde reageert collega en vredesactivist Bram Grandia dat dit ‘alarmistisch’ is en ‘in dienst (staat) van het opjagen van de defensiebegroting’. (Kijk hier als je niet door de betaalmuur komt.) Rutte is geen cynicus en Grandia geen hemelfietser en allebei hebben ze volgens mij een punt.
De uitersten zijn aan de ene kant de overtuiging dat mensen absoluut geweldloos kunnen zijn en aan de andere kant de mening dat oorlog gewoon een manier van natuurlijke selectie is.
Het eerste vinden we bijvoorbeeld in delen van het boeddhisme en voorbeelden als Mahatma Gandhi of Martin Luther King worden graag aangevoerd. Maar de boeddhistische werkelijkheid is gecompliceerder. De boeddha vroeg soldaten bijvoorbeeld of zij het doden konden baseren op liefde voor wie zij beschermen en niet op haat voor hun tegenstanders.
Het andere standpunt werd nog pal voor de Eerste Wereldoorlog verwoord door een Pruisische generaal: “Oorlog is (..) niet slechts een biologische wet, maar een morele verplichting en als zodanig een onontbeerlijke factor in de beschaving.” Het werd twee decennia later nog doodleuk herhaald door een Schotse antropoloog: “De natuur houdt haar menselijke boomgaard gezond door te snoeien. Oorlog is haar snoeimes.” Dit denken is echt nog niet verdwenen als we letten op wat er in films of tv-series als kennelijk normaal geweld zit.
Pacifisme is aantrekkelijk, cynisme lijkt verstandig. Maar ik denk dat ze beide eenzelfde denkfout maken. Ze bezien de werkelijkheid vanuit een eigen perspectief en concluderen stilzwijgend dat het zo dus moet zijn. In de filosofie heet dat een naturalistische drogreden. Voor de een is geweld onnodig, omdat liefde sterker is dan alles en de mens ‘van nature’ is ingericht op liefhebben; voor de ander draait het in het leven altijd om eten of gegeten worden, om vluchten of vechten, en dat is dan ook het ‘natuurlijke gedrag’ van de mens.
Het zit ‘natuurlijk’ allebei in ieder mens: de mogelijkheid om te vechten voor jezelf of om zonder strijd samen te werken. De filosoof van het anarchisme Pjotr Kropotkin stelde het al vast als biologisch gegeven: de evolutie ontwikkelt zich soms door strijd om overleving, soms door wederzijdse hulp en steun. Bij iedere nieuwe natuurramp of oorlogssituatie zie je nog steeds beide principes bijna gelijk opgaan.
We moeten dus iedere keer opnieuw afwegen en kiezen. Dat is waarom de bijbel begint met een verhaal over de boom van kennis van goed en kwaad. De mens heeft daarvan gegeten, kan nooit als God daarboven staan en moet dus levenslang met goed en kwaad weten om te gaan.
Pacifisme heeft de neiging het kwade in de mens onvoldoende te zien. Je kunt het kwaad niet simpelweg onschadelijk maken door lief te hebben. Ook niet als dat soms wel heeft gewerkt. Het werkt niet in de loopgraven van Oekraïne en het werkt zeker niet tegen terroristen. Het had ook niet gewerkt tegen het nazisme.
Maar onkritisch ‘realisme’ is inderdaad een prima motor voor de wapenindustrie. Het wakkert in mensen bovendien hun agressieve en destructieve emoties aan. Het wekt altijd angst op. Oorlog begint meestal met oorlogstaal en dat zien we om ons heen nu live gebeuren. Oorlog is nooit te rechtvaardigen, maar evenmin te vermijden.
Dus wat kies ik nu? Ik ben er niet echt zeker van, maar ik kies nu niet voor pacifisme. Dat eindigt niet in vrede, maar juist in onderdrukking, overheersing en uitbuiting. Maar een onbeheerste wapenwedloop komt precies bij hetzelfde uit. Ons wapenen tegen agressie is nodig. Puntje voor Rutte. Maar wie de sterkste wil zijn, gaat onvermijdelijk een keer onderuit. Kropotkin krijgt van mij het beslissende punt: niet de strijd, maar juist de wederzijdse hulp helpt de wereld verder.