‘Het probleem van de kerk is niet de krimp, maar dat wij niet over God durven spreken.’ Dat schreef ds. Arjen Mensink, voorzitter van de Gereformeerde Bond, een poosje geleden. Ook al zullen hij en ik waarschijnlijk nogal verschillend spreken, ik ben het roerend met hem eens.
Natuurlijk wordt er elke dag een heleboel over en tegen God gezegd. Dat hij zus is of zo, dit of dat; dat hij een plan heeft met de wereld en met ons persoonlijjk; dat hij vergeeft, of juist niet; dat hij juist geen ‘hij’ is; dat hij toch een ‘persoonlijk’ God is; enzovoort. Dagelijks richten mensen zich in hun gebed tot die God, hoe zij zich die ook voorstellen. Omgekeerd zeggen minstens zoveel mensen dat God niet meer is dan een achterhaald bedenksel van mensen of noemen ze God verder alleen nog als bijna vergeten deel van vloeken of verwensingen.
Maar wat zegt dat allemaal nu werkelijk over God? Kunnen wij echt iets weten of begrijpen van de werkelijkheid die wij ‘God’ noemen? De test komt vaak wanneer in ons leven de zekerheid wegvalt. Wanneer geliefden sterven, wanneer wijzelf helemaal geen weg meer weten met het lijden in de wereld. Wat betekent dan nog alles wat we steeds maar over God zeggen?
Die vraag wordt heel eerlijk beantwoord door Esther Maria Magnis. Ze verloor als meisje haar vader en dat zette haar leven en haar geloof op hun kop. Ze nam afscheid van God, omdat hij haar gebeden niet verhoord had. En toen vond ze God ineens terug. Of eerder: God was er ineens weer in haar leven. Onbegrijpelijk, onweerstaanbaar, als absolute waarheid. Alle vroomheid, van rechtzinnig tot vaag humanistisch, waar ze niets meer mee kon, bleek overbodige ballast. Maar in diezelfde vroomheid hervond ze ook het fundament van haar leven.
Eén citaat als smaakmaker: “Ik was in de periode dat ik mij van God had afgewend elk gevoel voor werkelijkheid kwijtgeraakt. Met het geloof in God kwam de wereld terug. En daarmee de mensen. En met de mensen de verhalen die ze met God beleefd hadden.”
Het boek heet in Nederlandse vertaling Mintijteer (Franeker: Van Wijnen, 2016). Een raadselachtige titel, tot je leest waar het op slaat (voor ongeduldigen: bladzijde 176). De oorspronkelijke Duitse titel is overigens even raadselachtig: Gott braucht dich nicht. Want hoezo heeft God ons niet nodig? Het boek heet ‘roman’, maar is tegelijk het levensverhaal van Esther Magnis.
Het is zo’n boek dat je rustig moet lezen en weer eens teruglezen. Magnis heeft gestudeerd, dat kun je goed merken, maar het boek is absoluut geen geleerd verhaal. Ze schrijft uit haar eigen ervaring. Soms is dat moeilijk te volgen voor wie niet ook een groot verlies in haar of zijn leven gekend heeft. Maar ik beveel het boek van harte aan. Het loont werkelijk de moeite om de reis mee te maken. Ik heb het met rode oortjes gelezen.