In Deuteronomium 15,1-18, deel van parasja Reëe, staan de geboden voor het sabbatjaar en als culminatie daarvan geeft Leviticus 25,8-55 de voorschriften voor het jubeljaar. Het gaat erom dat op die manier schulden worden kwijtgescholden, zodat iedereen weer genoeg heeft om van te leven. Dat gaat over het evenwicht tussen wat je wettelijk mag bezitten (recht) en wat moreel rechtvaardig is (gerechtigheid). Dezelfde parasja Reëe eindigt met de geboden voor de drie zg. pelgrimsfeesten waarvoor iedereen geacht werd naar Jeruzalem ‘op te gaan’ (Deuteronomium 16,1-17). Want wanneer ongelijkheid rechtgezet en slavernij beëindigd is, is er alle reden voor feest.
Er valt nog heel wat meer te zeggen over dit centrale deel van het Joodse leven. Ook al is het gebod waarschijnlijk nooit letterlijk nageleefd, het was, is en blijft de grondslag voor alles wat de rabbijnen leren over recht (misjpat) en gerechtigheid (tsedaqa). Lees het uitvoerig in Jonathan Sacks, Deuteronomium, boek van de samenleving.
Christendom is voortgekomen uit dat Joodse geloof. Maar het doet alles natuurlijk net even anders. Sinds de middeleeuwen kent de rooms-katholieke kerk de traditie om in principe om de 25 jaar een zg. jubeljaar of heilig jaar uit te roepen. Wie dan als pelgrim naar Rome reist, ontvangt dubbel vergeving. Van de Sint Pieter wordt daarvoor speciaal de zg. heilige deur geopend. Waarmee de kerk waarschijnlijk wilde zeggen dat de christelijke genade dubbel zo goed was als de joodse: niet slechts om de 50 maar om de 25 jaar.
En 2025 is het volgende heilig jaar. Dat was twee pausen geleden al aangekondigd door Johannes Paulus II. Aan paus Franciscus is nu de eer om dat jaar te openen. De rooms-katholieke kerk maakt daar graag serieus werk van. En dus werd deze week een mascotte gepresenteerd, speciaal met het oog op jongeren die volgend jaar naar Rome willen pelgrimeren. Het is een zij en ze heet Luce, ‘licht’, en ze zit vol katholieke symboliek. Ach, ik vind het gewoon leuk, want wij zijn ook nog steeds onderweg naar Santiago de Compostela als pelgrims. Dus staat Luce alvast bovenaan deze pagina.
En op mijn rugzak draag ik al een hele poos ook zo’n jacobsschelp. Een echte, uit Santiago. Laatst riep een passerende wandelaar meteen: ‘Hé, jij loopt zeker de camino?’ Inderdaad.